klef

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klef
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘kleverig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1648 [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen klefklefferklefst
verbogen kleffekleffereklefste
partitief klefskleffers-

Bijvoeglijk naamwoord

klef

  1. kleverig.
  2. onaangenaam, halfzacht

Gangbaarheid

  • Het woord klef staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.