klam
Nederlands
Woordafbreking
- klam
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | klam | klammer | klamst |
verbogen | klamme | klammere | klamste |
partitief | klams | klammers | - |
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘vochtig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1477 [1]
Bijvoeglijk naamwoord
klam
- een beetje vochtig aanvoelend
- Van het zweten heb ik klamme handen gekregen.
Vertalingen
1. een beetje vochtig aanvoelend
Gangbaarheid
- Het woord klam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'klam' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.