klam

Niet te verwarren met: klám

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  klam    (hulp, bestand)
  • IPA: /klɑm/
Woordafbreking
  • klam
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen klamklammerklamst
verbogen klammeklammereklamste
partitief klamsklammers-
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘vochtig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1477 [1]

Bijvoeglijk naamwoord

klam

  1. een beetje vochtig aanvoelend
    • Van het zweten heb ik klamme handen gekregen. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord klam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Tsjechisch

Zelfstandig naamwoord

klam m

  1. misleiding
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.