klaarlegt

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klaar·legt

Werkwoord

vervoeging van
klaarleggen

klaarlegt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klaarleggen
    • ... dat jij klaarlegt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klaarleggen
    • ... dat hij klaarlegt. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.