klaarlegden
Nederlands
Woordafbreking
- klaar·leg·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
klaarleggen |
klaarlegden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van klaarleggen
- ...dat wij klaarlegden.
- ...dat jullie klaarlegden.
- ...dat zij klaarlegden.
- ...dat wij klaarlegden.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.