kik
Nederlands
Woordafbreking
- kik
Zelfstandig naamwoord
kik m
- een enkel kort geluid voortgebracht in de keel
- Ik wil geen kik horen! Heb je dat goed begrepen?
Uitdrukkingen en gezegden
- Geen kik geven
Geen enkel protest laten horen.
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kikken |
kik
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kikken
- Ik kik.
- gebiedende wijs van kikken
- Kik!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kikken
- Kik je?
Gangbaarheid
- Het woord kik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kik' herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen. |
Nynorsk
Woordafbreking
- kik
- Betekenis "vluchtig kijken":
Werkwoord
kik
- tegenwoordige tijd van kika
Werkwoord
kik
- tegenwoordige tijd van kike
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.