kieviet
Nederlands
Woordafbreking
- kie·viet
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘steltloper’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kieviet | kievieten |
verkleinwoord | kievietje | kievietjes |
Zelfstandig naamwoord
kieviet m
- (vogels) een soort weidevogel (Vanellus vanellus)
- Het rapen van de eieren van de kieviet is een traditie in Friesland.
Gangbaarheid
- Het woord kieviet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kieviet' herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
67 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.