kiesbaar
Nederlands
Woordafbreking
- kies·baar
Woordherkomst en -opbouw
afleiding van naamwoord van handeling kiezen met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | kiesbaar | kiesbaarder | kiesbaarst |
verbogen | kiesbare | kiesbaardere | kiesbaarste |
partitief | kiesbaars | kiesbaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
kiesbaar
- als iets of iemand gekozen kan worden omdat er een reële kans is op voldoende stemmen
- Te veel steun voor Itamar maakt het profileren van een adequate oppositie - en dus van een kiesbaar alternatief - onmogelijk.[1]
Gangbaarheid
- Het woord kiesbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Reinoud Roscam Abbing NRC 1 oktober 1992
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.