keycard
Nederlands
![](../I/m/Rumsd%C3%B6rr%2C_Rica_Talk_Hotel.jpg)
keycard in hotel
Woordafbreking
- key·card
Zelfstandig naamwoord
keycard m
- een plastic kaart ter grote van een creditcard die werkt als een sleutel
- Een Groningse agent is geschorst nadat bij een inbraak zijn dienstwapen was gestolen. Dat heeft een woordvoerder van de politie maandag gemeld. De inbraak vond plaats in het huis van een collega, waar de politieman overnachtte. De agent had zijn dienstwapen niet mee naar huis mogen nemen. Behalve het wapen zijn bij de inbraak ook twee legitimaties en een keycard gestolen. De politie, die spreekt van `een onfortuinlijk incident', heeft een technisch onderzoek ingesteld naar de diefstal. [1]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord keycard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- NRC 6 juni 2005
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.