ketjap
Nederlands
Woordafbreking
- ket·jap
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Indonesisch, in de betekenis van ‘saus van sojabonen’ voor het eerst aangetroffen in 1910 [1]
- uit het Maleis [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ketjap | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
ketjap m
- een Indonesische sojasaus gemaakt van een mengsel van sojabonenmeel, grof gemalen tarwe, kruiden en zout
- De Rozario is een jonge, ambitieuze kok met een eigen stijl: binnen een degelijk, gevestigd gastronomisch stramien laat hij zijn Indische achtergrond een prominente rol spelen. Dat levert leuke gerechten op, zoals een mooie bulgur met knapperige groenten (bimi, taugé, komkommer) en een briljante pindasaus die spettert van de sereh - een moderne interpretatie van gado gado. Ernaast een fijne grove tartaar van verse makreel, die helaas wel wat te lijden heeft onder de stroperige zoete ketjap (waarom geen ‘gewone’ zoute sojasaus?). [3]
Vertalingen
1. een Indonesische sojasaus gemaakt van een mengsel van sojabonenmeel, grof gemalen tarwe, kruiden en zout
Gangbaarheid
- Het woord ketjap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ketjap' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
63 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.