keppeltje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kep·pel·tje
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Jiddisch, in de betekenis van ‘schedelkapje’ voor het eerst aangetroffen in 1950 [1]
  • Herkomst: Jiddisj [2]

Zelfstandig naamwoord

keppeltje o

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord keppel

Gangbaarheid

  • Het woord keppeltje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.