karren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  karren    (hulp, bestand)
  • IPA: /kɑrə(n)/
Woordafbreking
  • kar·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘smalle gleuven in kalksteen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1961 [1]

Zelfstandig naamwoord

karren mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kar

Gangbaarheid

  • Het woord karren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.