kapittelen
Nederlands
Woordafbreking
- ka·pit·te·len
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het me Latijn, in de betekenis van ‘berispen’ voor het eerst aangetroffen in 1301 [1]
- Afgeleid van kapittel.
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
kapittelen |
kapittelde |
gekapitteld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
kapittelen
- overgankelijk berispen, iemand de les leren
- Het Kamerlid wil de minister kapittelen over zijn omstreden bezoek.
Gangbaarheid
- Het woord kapittelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kapittelen' herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.