kadetje
Nederlands
Woordafbreking
- ka·det·je (van kadet)
- ka·de·tje (van kade)
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘broodje’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1823 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | - |
verkleinwoord | kadetje | kadetjes |
Zelfstandig naamwoord
kadétje o dim. tant.
- (voeding) een zacht broodje in de vorm van een bol
- Kun jij me nog een kadetje geven?
Zelfstandig naamwoord
kadétje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kadet
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kade
Gangbaarheid
- Het woord kadetje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kadetje' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.