jurisdictie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ju·ris·dic·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘rechtsmacht, rechtsgebied’ voor het eerst aangetroffen in 1345 [1]
  • uit het Latijn [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord jurisdictie jurisdicties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

jurisdictie v [3]

  1. rechtspraak, rechtsmacht
    • Deze zware misdaad ligt niet onder de jurisdictie van de kantonrechter die alleen maar lichtere vergrijpen mag beoordelen. 

Gangbaarheid

  • Het woord jurisdictie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
86 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.