judoën
Nederlands
Woordafbreking
- ju·doën, ju·do·en
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
judoën |
judode |
gejudood |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
judoën
- inergatief (sport) de judosport beoefenen
- In 1964 werd er voor het eerst op de Olympische Spelen gejudood.
Gangbaarheid
- Het woord judoën staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'judoën' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
75 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.