judoën

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ju·doën, ju·do·en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
judoën
judode
gejudood
zwak -d volledig

Werkwoord

judoën

  1. inergatief (sport) de judosport beoefenen
    • In 1964 werd er voor het eerst op de Olympische Spelen gejudood. 

Gangbaarheid

  • Het woord judoën staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
75 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.