jongleerden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  jongleerden    (hulp, bestand)
  • IPA: /jɔŋˈler.də(n)/, of:  /jɔŋˈɣler.də(n)/  bij meer oorspronkelijke uitspraak
Woordafbreking
  • jong·leer·den

Werkwoord

vervoeging van
jongleren

jongleerden

  1. meervoud verleden tijd van jongleren
    • Wij jongleerden. 
    • Jullie jongleerden. 
    • Zij jongleerden. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.