jeremieert

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • je·re·mi·eert

Werkwoord

vervoeging van
jeremiëren

jeremieert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van jeremiëren
    • Jij jeremieert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van jeremiëren
    • Hij jeremieert. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van jeremiëren
    • Jeremieert! 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.