jeremieerde
Nederlands
Woordafbreking
- je·re·mi·eer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
jeremiëren |
jeremieerde
- enkelvoud verleden tijd van jeremiëren
- Ik jeremieerde.
- Jij jeremieerde.
- Hij, zij, het jeremieerde.
- Ik jeremieerde.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.