jan.

Niet te verwarren met: jan

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  januari    (hulp, bestand)
  • IPA: /jɑnyˈwaːri/
Woordafbreking
  • jan.
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

jan. m

  1. (afkorting) eerste kalendermaand, januari
  1. «De vergadering is 17 jan. 2011»
    De datum van de vergadering is 17 januari 2011
Opmerkingen
  • Echte afkortingen worden als regel met een punt geschreven, maar in opsommingen waar uit de context al duidelijk is dat het om de naam van een maand gaat is het gebruikelijk om de punt weg te laten: jan [1].

Verwijzingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord jan. staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.