irriteerde

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ir·ri·teer·de

Werkwoord

vervoeging van
irriteren

irriteerde

  1. enkelvoud verleden tijd van irriteren
    • Ik irriteerde. 
    • Jij irriteerde. 
    • Hij, zij, het irriteerde. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.