invuller

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·vul·ler
Woordherkomst en -opbouw
  • naamwoord van handeling invullen met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord invuller invullers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

invuller m

  1. iemand die een formulier voorziet van de gevraagde informatie
    • Ouderenbond ANBO waarschuwt voor ongecertificeerde belastinginvullers. De belangenbehartiger voor senioren krijgt regelmatig signalen dat er louche belastinginvulhulpen actief zijn. [1] 
  1. iemand die de vragen van een vragenlijst beantwoordt
    • Het resultaat is geen stemadvies: de invuller krijgt een inschatting van de positie, die hij of zij inneemt in het totale politieke krachtenveld. [2] 
    • In het onderzoek wordt onder andere gevraagd of in het land waar de invuller van de vragenlijst woont het homohuwelijk legaal is en zo ja, hoe de kerk daar mee om gaat. Ook wordt gevraagd hoe geestelijken omgaan met homoseksuelen die bijvoorbeeld religieus onderwijs willen volgen of die hun kinderen communie willen laten doen. [3] 

Gangbaarheid

  • Het woord invuller staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.