inverteert

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • inĀ·verĀ·teert

Werkwoord

vervoeging van
inverteren

inverteert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inverteren
    • Jij inverteert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inverteren
    • Hij inverteert. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van inverteren
    • Inverteert! 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.