interpreteer
Nederlands
Woordafbreking
- in·ter·pre·teer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
interpreteren |
interpreteer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van interpreteren
- Ik interpreteer.
- gebiedende wijs van interpreteren
- Interpreteer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van interpreteren
- Interpreteer je?
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.