intercom
Nederlands
Woordafbreking
- in·ter·com
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘huistelefoon’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1974 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | intercom | intercoms |
verkleinwoord | intercommetje | intercommetjes |
Zelfstandig naamwoord
intercom m
- communicatiesysteem binnen één gebouw
Gangbaarheid
- Het woord intercom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'intercom' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.