intercom

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·ter·com
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘huistelefoon’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1974 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord intercom intercoms
verkleinwoord intercommetje intercommetjes

Zelfstandig naamwoord

intercom m

  1. communicatiesysteem binnen één gebouw
Synoniemen
  1. huistelefoon

Gangbaarheid

  • Het woord intercom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.