inpolderen
Nederlands
Woordafbreking
- in·pol·de·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van in en polderen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
inpolderen |
polderde in |
ingepolderd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
inpolderen
- overgankelijk (waterstaat) door het aanleggen van dijken en aanbrengen van een bemalingssysteem een stuk buitendijks land tot polder maken
- De Markerwaard gaat niet ingepolderd worden.
Gangbaarheid
- Het woord inpolderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'inpolderen' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.