inpolderen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·pol·de·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
inpolderen
polderde in
ingepolderd
zwak -d volledig

Werkwoord

inpolderen

  1. overgankelijk (waterstaat) door het aanleggen van dijken en aanbrengen van een bemalingssysteem een stuk buitendijks land tot polder maken
    • De Markerwaard gaat niet ingepolderd worden. 

Gangbaarheid

  • Het woord inpolderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
88 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.