inmaakten

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·maak·ten

Werkwoord

vervoeging van
inmaken

inmaakten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van inmaken
    • ...dat wij inmaakten. 
    • ...dat jullie inmaakten. 
    • ...dat zij inmaakten. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.