inmaak
Nederlands
Woordafbreking
- in·maak
Werkwoord
vervoeging van |
---|
inmaken |
inmaak
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inmaken
- ... dat ik inmaak.
Gangbaarheid
- Het woord inmaak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'inmaak' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.