infusie
Nederlands
Woordafbreking
- in·fu·sie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘het laten trekken, aftreksel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1608 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | infusie | infusies |
verkleinwoord | infusietje | infusietjes |
Zelfstandig naamwoord
infusie v
- (medisch) een infuus
- Hij werd direct aan een infusie gelegd.
- een aftreksel dat ontstaat door opgieting van een vloeistof
Gangbaarheid
- Het woord infusie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'infusie' herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.