inefficiënt
Nederlands
Woordafbreking
- in·ef·fi·ci·ënt
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | inefficiënt | inefficiënter | inefficiëntst |
verbogen | inefficiënte | inefficiëntere | inefficiëntste |
partitief | inefficiënts | inefficiënters | - |
Bijvoeglijk naamwoord
inefficiënt
- (economie) van een werkmethode dat het veel moeite kost en maar weinig oplevert
- Omdat er daarbuiten zoveel is dat het vermogen heeft je schade toe te brengen, bevat je lichaam een groot aantal verschillende soorten defensieve witte bloedcellen—alles bij elkaar zo'n tien miljoen typen, elk ontworpen om een bepaald soort aanvaller te identificeren en te vernietigen. Het zou onmogelijk inefficiënt zijn er tien miljoen verschillende legers op na te houden, dus elke variëteit witte cel heeft niet meer dan een paar verkenners in actieve dienst. Als een besmettelijke agens—een zogenaamd antigeen — binnenvalt, identificeren die verkenners de aanvaller en vragen ze om de juiste versterking. Terwijl je lichaam deze legers aanmaakt, voel je je ongetwijfeld beroerd. De genezing begint als deze legers eindelijk in actie komen.[1]
- Haar machteloosheid om de ziekte te vertragen, haar onvermogen om haar vader zijn vroegere leven terug te geven — het vrat aan haar, maar dat gedoe met die verzekering was iets anders, dat was een nodeloos schandaal, iets wat ze er niet bij konden hebben. Beseften de verzekeringsmaatschappijen dan niet dat ze door verwarring te zaaien, dingen te weigeren en frustratie te veroorzaken, haar vaders gezondheid alleen maar verslechterden en die van haar moeder in gevaar brachten? Het was op zijn minst inefficiënt.
[2]
- Haar machteloosheid om de ziekte te vertragen, haar onvermogen om haar vader zijn vroegere leven terug te geven — het vrat aan haar, maar dat gedoe met die verzekering was iets anders, dat was een nodeloos schandaal, iets wat ze er niet bij konden hebben. Beseften de verzekeringsmaatschappijen dan niet dat ze door verwarring te zaaien, dingen te weigeren en frustratie te veroorzaken, haar vaders gezondheid alleen maar verslechterden en die van haar moeder in gevaar brachten? Het was op zijn minst inefficiënt.
Synoniemen
- ondoelmatig, oneconomisch, verspillend, onzakelijk
Afgeleide begrippen
- inefficiëntie
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord inefficiënt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'inefficiënt' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Bryson, Bill Een kleine geschiedenis van bijna alles Vertaald door Servaas Goddijn 2015 ISBN 978-90-450-2987-0 pagina 400-1
- Eggers, Dave De cirkel vertaald door Gerda Baardman, Lidwien Biekmann, Brenda Mudde en Elles Tukker 2013 ISBN 978-90-488-1863-1 pagina 75
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.