importeerde
Nederlands
Woordafbreking
- im·por·teer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
importeren |
importeerde
- enkelvoud verleden tijd van importeren
- Ik importeerde.
- Jij importeerde.
- Hij, zij, het importeerde.
- Ik importeerde.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.