importeerde

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • im·por·teer·de

Werkwoord

vervoeging van
importeren

importeerde

  1. enkelvoud verleden tijd van importeren
    • Ik importeerde. 
    • Jij importeerde. 
    • Hij, zij, het importeerde. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.