imponeerden

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • im·po·neer·den

Werkwoord

vervoeging van
imponeren

imponeerden

  1. meervoud verleden tijd van imponeren
    • Wij imponeerden. 
    • Jullie imponeerden. 
    • Zij imponeerden. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.