ijzingwekkend

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ij·zing·wek·kend
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen ijzingwekkendijzingwekkenderijzingwekkendst
verbogen ijzingwekkendeijzingwekkendereijzingwekkendste
partitief ijzingwekkendsijzingwekkenders-

Bijvoeglijk naamwoord

ijzingwekkend [1]

  1. angstaanjagend; waardoor je de koude rillingen over het lijf lopen
    • Rechts zag ik een desolate, verwaarloosde recreatieruimte met krakkemikkige banken, een tv en een bar. We liepen weer rechtdoor een andere hal in en ik schrok van de gevangenen die nu pal naast me achter traliewerk stonden. Hun gesis en gelach was ijzingwekkend! De gevangenen zaten onder de littekens op hun gezicht en armen. Het kwam zo intimiderend en angstaanjagend over dat ik achteruit deinsde.[2]  
  1. ongeëmotioneerd; heel rustig
    • Ze sliepen in Slowakije in een tentje toen er een zware onweersbui losbrak. De boel afbreken en een schuilplek zoeken, verordonneerde Lansdorp. Beekman raakte in paniek, hij bleef ijzingwekkend kalm. Vanwege zijn scoutingervaring, denkt ze. [3] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ijzingwekkend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Oubelkas, Joseph 400 brieven van mijn moeder 2011 ISBN 978-90-484-9014-1 pagina 33
  3. Casteren, Joris van Mensen op Mars 2016 ISBN 9789044628722 pagina 178
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.