ijl

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ijl    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɛːɫ/
Woordafbreking
  • ijl
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen ijlijlerijlst
verbogen ijleijlereijlste
partitief ijlsijlers-
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘leeg, dun, wazig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1809 [1]

Bijvoeglijk naamwoord

ijl

  1. met een lage dichtheid
    • In de bergen is er vaak een ijle lucht. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
ijlen

ijl

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ijlen
    • Ik ijl. 
  2. gebiedende wijs van ijlen
    • IJl! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ijlen
    • IJl je? 

Gangbaarheid

  • Het woord ijl staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.