hoteldebotel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hoteldebotel    (hulp, bestand)
  • IPA: /hotəldə'botəl/
  • Sofeer: hotəldəbotəl
Woordafbreking
  • ho·tel·de·bo·tel
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Jiddisch, in de betekenis van ‘dol’ voor het eerst aangetroffen in 1935 [1]
  • Herkomst: Bargoens [2]
stellend
onverbogen hoteldebotel
verbogen hoteldebotele
partitief hoteldebotels

Bijvoeglijk naamwoord

hoteldebotel

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) in de war, van streek, stapelgek
  2. (Jiddisch-Hebreeuws) smoorverliefd

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord hoteldebotel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.