hobbelt

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hobĀ·belt

Werkwoord

vervoeging van
hobbelen

hobbelt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hobbelen
    • Jij hobbelt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hobbelen
    • Hij hobbelt. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van hobbelen
    • Hobbelt! 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.