hielp
Nederlands
Woordafbreking
- hielp
Werkwoord
vervoeging van |
---|
helpen |
hielp
- enkelvoud verleden tijd van helpen
- Ik hielp.
- Jij hielp.
- Hij, zij, het hielp.
- Ik hielp.
Gangbaarheid
- Het woord hielp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hielp' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.