hield
Nederlands
Woordafbreking
- hield
Werkwoord
vervoeging van |
---|
houden |
hield
- enkelvoud verleden tijd van houden
- Ik hield.
- Jij hield.
- Hij, zij, het hield.
- Ik hield.
Gangbaarheid
- Het woord hield staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hield' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.