hermeneutiek
Nederlands
Woordafbreking
- her·me·neu·tiek
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘theorie van de exegese’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1734 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hermeneutiek | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
hermeneutiek v/m
- Leer die de betekenis van symbolen en tekens uitlegt
Gangbaarheid
- Het woord hermeneutiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hermeneutiek' herkend door:
39 % | van de Nederlanders; |
36 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.