herlezing

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·le·zing
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van herlezen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud meervoud
naamwoord herlezing herlezingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

herlezing v [1]

  1. het opnieuw lezen van een al eerder gelezen tekst
    • De hoogleraar Islamstudies en auteur van het boek Koran en de vrouw: herlezing van een heilige tekst vanuit een feministisch perspectief ging vrijdag als eerste vrouw in Nederland voor in het moslimgebed in de voormalige kerk en concertzaal Paradiso, iets waarmee New York twaalf jaar geleden al de primeur had.[2] 
    • En Ronja de roversdochter blijkt bij herlezing nog altijd schitterend: over hoe Ronja opgroeit in een rovershol tussen de onbehouwen schobbejakken, over de vriendschap annex kinderliefde tussen Ronja en Birk, over hun vlucht naar het weidse en duistere bos, waar ze paradijselijk samenleven – en over hun terugkeer als het toch niet anders kan.[3] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord herlezing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.