heitje

Heitje voor een karweitje. 20 april 1960. Dam, Amsterdam

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  heitje    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhɛicə/
Woordafbreking
  • heit·je
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Jiddisch, in de betekenis van ‘Bargoens: kwartje’ voor het eerst aangetroffen in 1860 [1]
  • Herkomst: Bargoens [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord heitje heitjes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

heitje o dim. tant.

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) vijf stuivers, kwartje
Verwante begrippen

Zelfstandig naamwoord

heitje o

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord hei

Gangbaarheid

  • Het woord heitje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
48 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.