heien

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hei·en
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘in de grond stampen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1350 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
heien
heide
geheid
zwak -d volledig

Werkwoord

heien [2] [3] [4]

  1. overgankelijk het in de grond drijven van een lange houten of betonnen paal als de fundering voor een gebouw of kunstwerk
    • Er wordt geheid en dat maakt nu eenmaal een hoop lawaai. 
Hyponiemen
  • inheien, verheien
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

heien mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord hei

Gangbaarheid

  • Het woord heien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
66 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Middelnederlands

Werkwoord

heien ook heiden

  1. in de grond stampen, instampen, vaststampen.
    • Twee knechte, die die pale heyeden ende thout droeghen. [1]
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • heien en sleien
  • trekken en heien
  • heien en hangen

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.