handgemenen
Nederlands
Woordafbreking
- hand·ge·me·nen
Bijvoeglijk naamwoord
handgemenen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord handgemeen
- Handgemenen in de rechtszaal, ze doen zich `geregeld' voor, zegt een woordvoerder van de Raad voor de Rechtspraak. [1]
Verwijzingen
- Valk, G. & M. Thie "Hoe veilig is het nog bij de rechter?" (30 januari 2003) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2015-12-28
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.