hamam
Nederlands
![](../I/m/Hurrem_Sultan_Hamam_Interior.png)
hamam
Woordafbreking
- ha·mam
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Arabisch, in de betekenis van ‘oosters badhuis’ voor het eerst aangetroffen in 1988 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hamam | hamams |
verkleinwoord | hamammetje | hamammetjes |
Zelfstandig naamwoord
hamam m
- oosters badhuis
Gangbaarheid
- Het woord hamam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hamam' herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.