hachee

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ha·chee
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘gerecht met vlees en kruiden’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1778 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord hachee hachees
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hachee m/o

  1. (voeding) een traditioneel, typisch Nederlands stoofgerecht op basis van blokjes vlees, vis of gevogelte, en groenten
    • Vandaag eet ik hachee met rodekool en aardappelen. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord hachee staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
48 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.