groeten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  groeten    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɣrutə(n)/
Woordafbreking
  • groe·ten
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘gedagzeggen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1200 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
groeten
groette
gegroet
zwak -t volledig

Werkwoord

groeten

  1. overgankelijk een wens tot iemand of iets richten of met een gebaar beleefdheid tonen
    • Hij groette mij direct toen ik zijn huis binnenkwam. 

Zelfstandig naamwoord

groeten mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord groet
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord groeten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.