grit

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • grit
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘schelpengruis’ voor het eerst aangetroffen in 1903 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord grit -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

grit o [3]

  1. gruis (van kleine steentjes) wat ter absorptie wordt gebruikt of om mee te zandstralen [4]
Hyponiemen
  • kattengrit
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord grit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
80 %van de Nederlanders;
56 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.