griel
Nederlands
Zelfstandig naamwoord
griel v/m
- (vogels) Burhinus oedicnemus
een steltloper uit de familie Burhinidae
- De griel heeft een vrij dikke kop en opvallend grote ogen; deze nachtvogel was to 1958 broedvogel in het Nederlandse duingebied.
Gangbaarheid
- Het woord griel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'griel' herkend door:
26 % | van de Nederlanders; |
40 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.