grensverleggend

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • grens·ver·leg·gend
Woordherkomst en -opbouw
  • samenstelling van grensen het voltooid deelwoord van [leggen]]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen grensverleggendgrensverleggendergrensverleggendst
verbogen grensverleggendegrensverleggenderegrensverleggendste
partitief grensverleggendsgrensverleggenders-

Bijvoeglijk naamwoord

grensverleggend

  1. innoverend, baanbrekend, vernieuwend, innovatief, betrekking hebbend op het doorbreken van vroegere beperkingen
    • Het innoverende bedrijf had steeds grensverleggende ideeën om andere producten te maken. 

Gangbaarheid

  • Het woord grensverleggend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.