graas af
Nederlands
Woordafbreking
- graas af
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afgrazen |
graas (...) af
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afgrazen
- Ik graas af.
- gebiedende wijs van afgrazen
- Graas af!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afgrazen
- Graas je af?
Gangbaarheid
- Het woord graas af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.