graas af

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • graas af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afgrazen

graas (...) af

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afgrazen
    • Ik graas af. 
  2. gebiedende wijs van afgrazen
    • Graas af! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afgrazen
    • Graas je af? 

Gangbaarheid

  • Het woord graas af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.