goochem
Nederlands
Woordafbreking
- goo·chem
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Jiddisch, in de betekenis van ‘slim’ voor het eerst aangetroffen in 1800 [1]
- Herkomst: Jiddisj [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | goochem | goochemer | goochemst |
verbogen | goocheme | goochemere | goochemste |
partitief | goochems | goochemers | - |
Hyponiemen
Verwante begrippen
- Hebreeuws: chacham
Gangbaarheid
- Het woord goochem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'goochem' herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
33 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "goochem" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.